Ethiek – par. 2.5 – antw.

Een niet onderzochte les is het niet waard gegeven te worden.

Ethiek – par. 2.5 – antw.

  1. Leg uit waar het eerste model van geluk van Martha Nussbaum voor staat. Verwerk in je antwoord haar idee van het onaantrekkelijke van het onsterfelijke/Goddelijke en de noodzaak van (de beperking/begrenzing door) vorm. Het eerste model is gebaseerd op het verhaal van Odysseus. Odysseus slaat een relatie met een Godin af en heeft heimwee naar huis en zijn vrouw. Het Goddelijke is onsterfelijk en perfect, maar volgens Nussbaum is dit voor de mens uiteindelijk niet aantrekkelijk. De mens heeft grenzen nodig. Juist de grenzen van mensen maken het leven mooi. Zonder grenzen geen (nieuwe) muziek of sport of diploma’s. Honger is noodzakelijk om vervolgens als mens de honger te kunnen stillen. Een oneindig leven zonder honger maakt dat de mens iets menselijks verliest: het begeren, liefhebben, streven, leven. Dit is ook het centrale thema van het boek dat dit jaar de libris literatuurprijs heeft gewonnen: De goede zoon. Het eerste model gaat over het aanvaarden van deze grenzen!
  2. Het tweede model van geluk vertrekt net als het eerste model van geluk vanuit het idee van een begrenzende vorm, maar slaat vervolgens een andere weg in. Leg deze weg uit. Het tweede model vertrekt ook vanuit de aanwezigheid van grenzen. Dus: en zijn grenzen net als in het eerste model. De mens kan deze grenzen echter verleggen. Daarmee zijn er nog steeds grenzen (dus geen grenzeloze hemel van de Goden), maar worden deze grenzen verlegd.
    Het eerste en tweede model vertrekken dus vanuit het idee dat er grenzen zijn. Het eerste stelt dat de mens grenzen moet aanvaarden en het tweede stelt dat de mens grenzen moet verleggen.
  3. Reflecteer op een eigen voorbeeld vanuit deze twee modellen van geluk. Eigen voorbeeld…
  4. Waarom is een volledig narcistisch en zinloos leven voor de mens niet mogelijk? Welke rol speelt het streven naar de held hierin? Een narcist leeft alleen voor zichzelf. Maar iemand die niet met anderen maar alleen voor zichzelf leeft, kan niet leven. Een baby kan niet groeien zonder een moeder. Een mens ontwikkelt geen taal zonder anderen. Een mens vindt geen voedsel zonder anderen. Een mens heeft andere mensen nodig om te groeien in tegenstelling tot een bloem. Een bloem leeft van aarde en water.
    Een narcist is misschien wel een parasiet. Een parasiet die leeft in de wetenschap dat de rest van de wereld geen parasiet is en hem onderhoudt.
  5. Zijn mensen religieuze wezens die altijd streven naar iets hogers; een bovenpersoonlijke waarde? Nederlanders hebben helden. Deze helden zijn meer dan het individu waar ze voor staan. Deze helden hebben soms een heldennaam en velen weten vaak niet wat de echte naam is van de held. De held wordt hoog gehouden in een cultuur. Mensen streven vaak om een dergelijke bovenpersoonlijke waarde te hebben in een cultuur. Sommigen willen zelfs het leven geven om een held te worden in de eigen cultuur. Dit geeft wellicht aan dat mensen betekenis willen hebben voor anderen, zelfs als ze hiervoor het leven moeten laten. Dit lijkt me het tegenovergestelde van een narcist. (Of toch niet :)?)
  6. Reflecteer op jouw schoolprestaties en verwerk hierin de attributietheorie enerzijds en het toeschrijven van succes aan de omgeving en het falen aan jezelf anderzijds. Hoe ga jij om met/hoe denk jij over successen?
    Als je erin slaagt een (leer)doel te bereiken dan ligt het aan jezelf en als je er niet in slaagt dan ligt het aan iemand anders. Zo attribueert het goede naar zichzelf en het slechte naar iemand anders.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

vijf × 3 =