Algemene eindtermen (Voorwoord: De vraag naar het goede leven en de vrije markt en de paragrafen waarnaar hieronder wordt verwezen)
1. De kandidaten kunnen aan de hand van de vijf dimensies van het goede leven (relaties, instituties, lichaam, natuur, zin) een beargumenteerd standpunt innemen over de vrije markt. Daarbij kunnen zij de volgende aspecten betrekken, deze uitleggen en er voorbeelden bij geven: ‘verdikking’ van marktrelaties (relaties), begrenzing van de neoliberale marktlogica (instituties), consumptieve en digitale weerbaarheid (lichaam), ecologische transitie (natuur) en een holistisch vrijheidsbegrip (zin).
2. De kandidaten kunnen een begripsanalyse maken van het goede leven, vrijheid, markt, arbeid, institutie, lichaam, zin, relatie en natuur. Daartoe kunnen zij: – verschillende definities opstellen; – vooronderstellingen bij deze definities aangeven; – implicaties van deze definities weergeven.
3. De kandidaten kunnen verschillende opvattingen over het goede leven, vrijheid, markt, arbeid, instituties, lichaam, zin, relaties en natuur herkennen, uitleggen, vergelijken, toepassen en bekritiseren aan de hand van voorbeelden of casussen en een beargumenteerd standpunt innemen over deze opvattingen.