HGL – Week 18

Een niet onderzochte les is het niet waard gegeven te worden.

HGL – Week 18

Een nadruk op de geest (Plato/Decartes) en het denken en streven naar het zuivere idee, kan er voor zorgen dat het lichaam ondergeschikt wordt gemaakt aan de geest. Het lichaam wordt dan een soort van vervoersmiddel voor de geest. Zo zijn er mensen, met name in Silicon Valley, die claimen dat het brein geheel en al gekopieerd kan worden naar een machine. Hier vinden we het fundament voor transhumanisme. Transhumanisme is een stroming die voorbij wil gaan aan het sterfelijke lichaam. Het lichaam is een machine en met de toekomstige technologieën kan dit lichaam geprogrammeerd worden en andere vormen aannemen. Het lichaam wordt hier begrepen als een instrument voor de geest. De vraag is natuurlijk of de geest los gedacht kan worden van een lichaam zodanig dat de geest te knippen en plakken is in een andere vorm. Of is de geest diep verbonden met het lichaam en kan het nooit wennen aan een ander lichaam? Kan de geest überhaupt bestaan zonder of in een ander lichaam?

In onze tijd komt er steeds meer nadruk op het lichaam. Met name op het vormgeven van jezelf. Het laten zien wie je bent. Dit zijn vraagstukken die draaien om identiteit: wie ben ik? Begrijp dat dit direct samenhangt met wat eerder al is besproken: de opkomst van de burgerij waarbij individuen een eigen leven kunnen opbouwen. Begrijp ook dat dit direct samenhangt met het ideaal van een consumptiemaatschappij, waarbij men kleding, mode, sportclubs, etc. consumeert om maar aan het eigen ideaal te voldoen. De paradox lijkt soms wel eens dat hoe meer we aan ons eigen ideaal kunnen werken, hoe vrijer we zijn, hoe meer we bij anderen gaan zoeken hoe het eigen ideaal invulling te geven. Het kan soms ook makkelijker zijn om iemand om je heen te hebben die voor jou, jouw identiteit en daarmee uiterlijke vertoning vormgeeft. Wanneer je het helemaal zelf moet doen als burger, dan ga je bij anderen wellicht meer zoeken naar mogelijkheden. Dat kan in de eigen omgeving zijn, maar ook online bij influencers. Uit een Amerikaans onderzoek blijft dat nu al 86% van de jongeren influencer wil worden later en 12% ziet zichzelf al als influencer. Dit heeft natuurlijk invloed op de manier hoe we samenleven, maar ook op hoe we kijken naar het vormgeven van het lichaam. En over het lichaam, daar gaat dit hoofdstuk over. Problematisch in dit kader is natuurlijk dat niet iedereen influencer kan zijn en dat het een zeer twijfelachtig toekomstperspectief. Daarnaast sluit het naadloos en kritiekloos aan bij de neoliberale en neoklassieke economiefilosofie van de homo economicus die het eigen leven vormgeeft.

Op pagina 225 wordt ten aanzien van de omgang met het lichaam een driehoek voorgesteld:

  1. Het lichaam met zijn onontkoombare behoeftes
  2. De vrijheid ten opzichte van het lichaam
  3. De cultuur waarin bepaalde vormen van omgaan met het lichaam gewaardeerd of juist niet gewaardeerd worden, gebruikelijk of ongebruikelijk zijn

De film Fight Club ageert tegen het moderne ideaal van de mens in zijn of haar vredige habitat (veilige omgeving). In het onderwijs vertrekt men bijvoorbeeld vanuit de veilige leeromgeving. Fight Club idealiseert de mannelijkheid… In Fight Club komt iets naar boven van de homo economicus, wat ook tegen deze veilige omgeving in kan gaan. De mens kan namelijk in een vrije markt, in vrijheid het eigen lichaam vormgeven (zelfs downloaden als dat mogelijk zou zijn technisch). Dit vormgeven van het eigen lichaam kan ook betekenen dat in dit geval mannen ervoor kiezen hun mannelijkheid tot bloedens toe te cultiveren. De vraag is zelfs of Tyler werkelijk bestaat of een ideaaltype is van de geest die vanuit een innerlijke woede of wat dan ook zoekt naar wie hij als man is. In deze tijd zien we wellicht ook tekenen van deze strijd, waarbij geweld wordt opgehemeld.

48. De kandidaten kunnen uitleggen dat mensen de vrijheid hebben om zich op verschillende manieren te verhouden tot hun eigen lichamelijkheid en daarvan voorbeelden geven.

Op pagina 226 wordt gesproken over de mens die “immers de vrijheid” heeft “om zich te verheffen boven zijn strikt natuurlijke verlangens en neigingen.” De mens kan niet om het lichaam heen. Dit lichaam is gegeven bij geboorte (althans zolang het ideaal van de transhumanisten geen realiteit wordt). Om Goethe aan te halen, kan het lichaam gezien worden als de beperking als basis voor meesterschap. Enerzijds beperkt het lichaam onze keuzes en daarmee autonomie, maar anderzijds biedt iedere beperking ook een uitdaging om meesterschap te tonen. Denk hierbij aan de in 2018 overleden wetenschapper Stephen Hawking. Hawking leefde in een rolstoel, maar wist mijn zijn geest tot grote hoogten te reiken. Ieder mens geeft op een eigen manier vorm aan het lichaam. Het lichaam is daarmee mede “verantwoordelijk” voor het feit dat een mens vorm kan geven… Er moet een lichaam zijn om vorm te geven… om wellicht mee te pronken in het bijzijn van anderen. En dit pronken is nooit hetzelfde. Iedereen beschikt over een uniek lichaam. Dat is wellicht ook vrijheid.

49. De kandidaten kunnen aan de hand van voorbeelden uitleggen dat mensen zich onderscheiden van dieren door enerzijds een gebrekkig instinct en anderzijds door de noodzaak zelf na te denken en hun eigen omgeving te vormen. Tevens kunnen ze uitleggen dat de vrijheid die met die keuzes gepaard gaat om kan slaan in verslaving en het teniet doen van individuele autonomie.

De mens is een ziek dier, stelt Nietzsche. Daarmee bedoelt Nietzsche dat de mens niet af is. De mens kan zichzelf vormgeven en tegen de instincten ingaan. Zo kan een mens in hongerstaking gaan, zelfmoord plegen, liefhebben, vegetariër worden uit principe, etc. Omdat de mens van nature niet voldoende “overlevingsinstinct” heeft, moet het denken om te overleven. En met het denken, volgt taal, systeem, structuur, logica, kleding, tools gericht op het vormgeven van de natuur in dienst van de mens en zijn of haar cultuur. De gebrekkigheid (te weinig instincten) dwingt de mens tot denken en vorming!
Maar dit is ook problematisch. Multitasken bestaat niet! Wat maakt dat uit? Nou, stel je voor dat je alles rationeel moet afwegen en voor alle keuzes zelf verantwoordelijk bent en we kunnen niet multitasken… dan hebben we aan een dag niet genoeg om alle keuzes te maken die we dagelijks moeten maken. We doen dus heel veel intuïtief en op de automatische piloot. Wanneer we alles moeten plannen en ordenen, dan kunnen we een overload gaan ervaren aan “moetjes”. En wanneer we dan voor een paar zaken kiezen en de rest laten voor wat het is, lopen we het risico excessief veel het ene te kiezen en het andere te vergeten… Denk hierbij aan mensen die opeens heel lang heel veel sporten of iedere dag uit eten gaan. Denk hierbij aan mensen die veel gokken of veel bezig zijn met niet te gokken. Of veel drinken of bezig zijn met niet drinken. Allemaal eigen keuzes.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelt op pagina 15 uit “Mentale gezondheid van jongeren: enkele cijfers en ervaringen”, het volgende: “Je moet voortdurend hogere doelen stellen voor je leven. Je moet jezelf optimaal ontwikkelen. Je móet hoge doelen stellen voor je carrière. Om daar te komen móet je de optimale studiekeuze maken. Je móet hoge cijfers halen. Je móet veel naast je studie doen om straks zo ver mogelijk te komen. En je móet een goed sociaal netwerk onderhouden omdat je anders buiten de boot valt… (Vertegenwoordiger van de NJR)”

Het gevoel dat je voortdurend van alles moet doen met jezelf en je eigen leven en je eigen ontwikkeling, wordt gezien als een van de belangrijkste oorzaken van stress en burn-outs onder jongeren.
Tevens zijn het posten van fitnessprogramma’s op sociale media en de opkomst van obesitas tekenen van een extreem op het lichaam gerichte samenleving.

50. De kandidaten kunnen met behulp van voorbeelden uitleggen dat lichamelijke behoeftes en verlangens onderdeel zijn van menselijke identiteit, een verstandelijke en culturele dimensie hebben en niet zuiver particulier zijn.

Eerder werd Goethe al aangehaald: In de beperking toont zich de meester. In de lichamelijke beperkingen en met al onze intuïtieve neigingen, toont zich de rationele meester. De meester is altijd vrij om te bepalen geen alcohol te drinken of dik te worden. Enerzijds leiden excessieve en eenzijdige (vrije) keuzes soms tot verslavingen die juist heel dwingend en onvrij kunnen uitpakken, maar anderzijds moeten we als samenleving ervan uit gaan dat de mens niet alleen verlangens heeft, maar daarnaast ook de wil (autonomie/Kant/p. 227) heeft om tegen zijn neigingen en verlangens in te gaan. Hij is vrij te stoppen met eten bijvoorbeeld. De mens kan zijn leven en lichaam “redelijk invullen” (p. 227, Hegel). Dit gezegd hebbende, weten we dat met de opkomst van McDonalds in Amerika er een direct causaal verband is tussen het aantal McDonalds restaurants en obesitas. De wereld/cultuur (puntje drie t.a.v. de omgang met het lichaam) heeft ook invloed op de wijze hoe en wat iemand (autonoom) kiest ten aanzien van het vormgeven van het eigen lichaam. Het is niet alleen maar een individuele, autonome keuze, maar ook niet louter een individuele, instinctieve keuze, maar ook een maatschappelijke en sociaal vraagstuk…het vraagstuk van verslaving.

51. De kandidaten kunnen uitleggen dat door de techniek een ontlijving van het lichaam heeft plaatsgevonden en dat het lichaam een consumptieartikel is geworden. Daarbij kunnen zij de begrippen virtualisering, genot en manipulatie betrekken.

Ieder mens begeeft zich in-de-wereld met andere mensen. Ieder mens geeft vorm aan het eigen leven in-de-wereld met andere mensen. Mensen willen een onderdeel zijn van een groep enerzijds maar ook in deze groep onderscheidend zijn. De wereld waarin we leven is in zekere zin een consumptiemaatschappij. Je hangt jouw identiteit, wie je bent, op aan wat voor kleding je draagt, boeken die je leest, concertbezoeken, restaurants waar je gezien wordt, etc. Jouw financiële situatie bepaalt mede wat je kunt consumeren en hoe de wereld (en dus anderen) jou ziet.

Op pagina 228/229 wordt benadrukt dat mode de onmiddellijke natuurlijke behoeftes overstijgt. Mode is niet natuurlijk noodzakelijk, maar een “zelfgemaakte noodzakelijkheid” (p. 228 / Hegel). Een noodzakelijkheid die door de mens (cultuur) is gecultiveerd. Iedereen moet een broek dragen. Dat is niet natuurlijk noodzakelijk, maar wij vinden dat dat noodzakelijk is. Het is natuurlijk noodzakelijk om adem te halen en te eten. En deze zelfopgelegde noodzakelijkheden hebben we bedacht. Het zijn redelijke noodzakelijkheden/bedenksels in ons hoofd. Dit is in Hegeliaanse termen vrijheid als zelfbepaling!

Bij instituties hebben we gezien dat Adam Smith wilde afrekenen met de standenmaatschappij, maar dat Smiths vrije markt voor een mogelijk nieuwe, materiële ongelijkheid zorgde (Marx) met de opkomst van een onderbouw en bovenbouw.
Dit geldt ook hier. In Hegeliaanse termen kunnen we zelf bepalen hoe wij ons kleden. Echter, wanneer we zelf kunnen bepalen hoe we ons kleding hebben we anderen nodig om er achter te komen hoe en waarmee we ons kleden. Onze behoeftes en wensen zijn niet alleen het product van mijn vrije keuze, maar krijg ik via anderen. Ik ben in zekere zin “afhankelijk van anderen” voor inspiratie of iets dergelijks!

Horkheimer en Adorno werken in de dialectiek van de verlichting en kritiek uit op de consumptiemaatschappij. Voordat de mens zelf kan bepalen wat hij of zij wil, staat de ander centraal. Wat doet de ander? Wat trekt de ander aan? Naar welke restaurants gaan de populaire trendzetters? Wat doen influencers? Welke keuken heeft de buurman? We kijken zoveel naar elkaar, dat we verslaafd raken aan elkaar en met name aan wat we allemaal consumeren. Omdat iedereen steeds vaker hetzelfde wil, maar dan meer en beter dan de ander, kan het gebeuren dat we bijvoorbeeld niet meer 100 mobiele telefoonmerken hebben, maar nog maar een stuk of 5. Je ziet het ook in de klas… het aantal leerlingen dat zich anders kleedt, lijkt af te nemen. Deze verslaving in elkaar, in elkaars consumptieartikelen en in meer consumptie zorgt ervoor dat we veel op elkaar gaan lijken. Dat is nogal een paradox! Door autonomie en vrijheid, gaan mensen naar elkaar kijken en op elkaar lijken! De film Fight Club is tevens een aanklacht tegen deze ontwikkeling. Het vecht zich letterlijk los van de moderniteit.

Paragraaf 2, p. 230 sluit af met de vraag: “Waarom voelen wij, als laat-moderne mensen, bijna een lichamelijke afweer bij het geweld waar de mannen in Fight Club voor kiezen?”. Wellicht omdat we te veel van elkaar zijn gaan verwachten dat geweld slecht is en het lichaam iets is wat je goed moet onderhouden. We weten niet beter. Wat denk jij? Zijn we (par. 3, p. 230) al enkele eeuwen bezig lichamelijke wreedheid en lichamelijk lijden uit te bannen (punt 1)? Is het goed dat de overheid (punt 2, p. 231), moderne staat, het monopolie op geweld heeft opgeëist? Haal bij deze vraag ook weer eens het panopticon van Bentham en Foucault voor de geest. In hoeverre leidt deze monopolie en uitbanning van lichamelijk geweld tot disciplinering van de mens, waarbij lichamelijk geweld plaats heeft gemaakt voor het twistgesprek… in taal dus (punt 3, p. 232)? En heeft als laatste (punt 4) de waarde van het lichaam als instrument in deze samenleving (met doorgaande mechanisering en automatisering) waarbij fysiek werk steeds minder wordt afgedaan? En wat betekent deze afname van de waarde voor fysiek werk voor de verhoudingen op het werk tussen mannen en vrouwen? Denk eens aan het leger? Wanneer fysiek niet meer leidend is, dan kunnen ook vrouwen “mannenwerk” doen. In hoeverre heeft het lichaam zijn functie verloren? Is het erg dat veel fysieke banen verdwijnen? Is het erg dat het “fysieke’ verdwijnt uit het leven?

Wat vind jij hiervan?

Wanneer het fysieke verdwijnt en het lichaam geen instrument is, maar een middel om jezelf t.o.v. anderen te laten zien, dan wordt het lichaam een verlengstuk van je eigen tentoonstelling. Byung Chul Han omschrijft in “De Transparante Samenleving” een samenleving waarin mensen zichzelf volledig als verkoopartikel “transparant” maken door zichzelf op sociale media online te zetten als verkoopwaar (influencers). Een influencer verkoopt zichzelf.

Foucault spreekt ook wel over biopolitiek. In onze kapitalistische samenleving moet je aan de wereld laten zien dat je lichamelijk gezond bent en in conditie. Dit kan, zoals we weten leiden tot een nadrukkelijke verslaving. Maar op deze wijze wordt er “macht” ingezet, politiek dus, om mensen verantwoordelijk te maken voor het eigen lichaam (bio). Denk hierbij aan dikke mensen die meer moeten betalen voor een verzekering, in een vliegtuig. Of aan rokers, drugsverslaafden, game-verslaafden, etc. In zekere zin zien we talloze mensen die op sociale media een “fake” voorstelling van zichzelf maken. Byung Chul Han geeft aan dat je niet alleen jezelf tentoonstelt, maar dat je ook (om de aandacht te blijven krijgen) steeds vaker en steeds meer moet tentoonstellen. Denk hierbij aan steeds meer naakt, steeds gekker, vrouwen die geld inzamelen voor de bosbranden in Australië door naaktfoto’s verkopen. Het lichaam als verkoopartikel dreigt steeds verder uitgebuit te worden!

Één reactie

  1. […] eenvoudige situaties, kunnen redelijk intelligente mensen de juiste keuze “uitrekenen”. Vorige week werd Foucault aangehaald. Foucault sprak over “biopolitiek”. Biopolitiek is “a […]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

15 + negentien =