Maandag:
Dinsdag:
Woensdag:
Donderdag:
Lestijden
Maandag:
Dinsdag:
Woensdag:
Donderdag:
Lestijden
Bekijk de onderstaande filmpjes. Je hebt ze nodig voor het beantwoorden van deze vragen!
Paragraaf 2.5 (Kant)
Bij ervaren op basis van eerdere gebeurtenissen iets bestendigd, zodanig dat wat we empirisch ontvangen denken eerder ontvangen te hebben. Dit impliceert een structuur waarin bestendigheid bestaat.
Berkeley stelt Esse est percepi (Bestaan is waargenomen worden). Daarmee stelt hij dat we alles direct waarnemen en dat iets louter bestaat voor zover we het waarnemen. Bestaan zit dus kort door de bocht in ons hoofd. Hoe kan het dan dat we iedere ochtend niet opnieuw taal hoeven te leren, structuur hoeven leren begrijpen etc. Berkeley heeft daar God voor nodig die dat dan voor ons construeert. Helaas.
Transcendent betreft alles wat we niet kunnen weten, volledig los van onze wereld (die we empirisch kunnen vatten), dat transcendeert, boven ons staat. God
Transcendentaal betreft de manier hoe we kennis vergaren. De a priori aanwezige categorieën van ruimte, tijd.
De mens is zich bewust van wat hij (of zij) ziet in de buitenwereld, maar is zich niet (direct) bewust hoe hij deze buitenwereld ziet (in ruimte en tijd). Daarmee legt hij bepaalde onbewuste structuren op aan de manier hoe we de wereld ervaren.
Idealisme is de filosofische stroming die alles tot een geestelijk beginsel wil herleiden. Zoals Berkeley alles in de geest wilde leggen. Kant doet dit ergens ook, door de transcendentale categorieën (in de geest?) op te leggen aan de ervaringen van de buitenwereld.
We kunnen ons slechts ervaren in een ruimte en een tijd als er iets is dat daarboven staat en deze ruimte en tijd (voor ons?) construeert.
Het scepticisme wordt niet overwonnen.
We nemen zaken direct waar. De wereld buiten ons bestaat. Dit is slechts gebaseerd op gezond verstand. Illusies en hallucinaties zijn uitzonderingen op de regel. De wetenschap is er om deze illusies de de-mystificeren (oftewel: uit het mystieke te halen). Zie volgende week (week 3), wetenschappelijke verklaring voor verschillen in hoe we kleur ervaren.
Naïef realist gelooft dat objecten werkelijk alle eigenschappen hebben die we waarnemen. Alles en dan ook alles is in the eye of the beholder. Een wetenschappelijk realist stelt dat er een wetenschappelijke wereld is die objectieve, wetenschappelijke kennis kan vergaren over die zaken die wij als eigenschappen van hetzelfde object ervaren. En deze wetenschappelijke kennis kan resulteren in een weerlegging van de ervaringen ons “vertellen”.
Secundaire kwaliteiten zijn afhankelijke van de omgeving (en de waarnemer zelf).
De waarnemer neemt waar en kleurt in.
!! Ik had indirect realisme geschreven, terwijl er direct realisme had moeten staan!!
Als we de wereld direct waarnemen, dan hoeven we ons geen zorgen te maken over de gevolgen van het verschil tussen onze waarneming en de werkelijkheid. Als we direct waarnemen en we hebben een wetenschap die deze directe waarneming verifieert en opslaat in kennis, dan is er ook een objectief perspectief (wetenschap). Het is deze wetenschap die de foutjes (inkleuringen die fout blijken te zijn) weerlegt.
Wetenschapsfilosoof Hans Dooremalen (Uvt)heeft een speciaal college geven over Thomas Reid:
Hans Dooremalen heeft daarnaast een aantal mooie interviews gegeven:
De Regt en van Dooremalen hebben ook in 2010 in het programma Pauw en Witteman geageerd tegen een nieuw SBS6 tv-programma genaamd “Paranormale kinderen”.
Metafysica is de stroming/studie binnen de filosofie die zich bezighoudt met alles dat vooraf of voorbij (meta) gaat aan de natuur (fysica). Dit is een enorme complexe studie. Wat gaat vooraf aan de natuur (fysica)? God? Taal? Ruimte en tijd? Geest? Idee? Cultuur? Willen we de natuur kunnen begrijpen, zullen we wellicht inzicht moeten verschaffen in alles wat vooraf gaat aan de natuur. Voor veel natuurwetenschappers (natuurkundigen, biologen, scheikundigen) is metafysica iets onzinnigs. Er gaat niets vooraf aan de natuur. Alles wat we weten is natuur.
Dat de filosofie nog steeds geen fundament heeft weten te vinden voor waarheid.
Naïef realisme gaat uit dat de wereld buiten de mens bestaat (realisme) en a. houdt nauwelijks tot geen rekening met de positie van de waarnemer zelf en b. het gegeven dat de waarnemer zich kan vergissen (fantasie/illusies -> zie ook Hume en Descartes).
a. De positie (sociaal, in de wereld, aangeboren eigenschappen, cultureel, zintuiglijk (wat als iemand minder goed kan horen bijvoorbeeld) is bepalend hoe de wereld (realisme) wordt waargenomen. Het is naïef te denken dat de positie van de waarnemer geen rol speelt.
b. De waarnemer zich vol met ideeën, vooroordelen, illusies, etc. die niet zelden “gewoon” voor waar worden aangenomen en veelal ook als volstrekt vanzelfsprekend worden beschouwd door de waarnemer zijn.
De vraag is of de waarnemer ooit buiten zichzelf kan treden en objectief naar de eigen illusies/ideeën kan kijken om zo “De waarheid” te kunnen vinden los van de eigen fantasieën. Stel je een leerling voor in een klaslokaal. Kan de leerling in het klaslokaal ooit een objectief beeld vormen over de school als geheel. In-het-klaslokaal is het onmogelijk om objectief, als buitenstaander, naar de school van buitenaf te kijken. Dit geldt in bredere zin wellicht ook voor de wereld als geheel (realisme).
Een conceptueel gedachte-experiment zou de volgende vraag stellen: Hoe ziet een school eruit waar leerlingen en leraren rekening houden met de waarneembare werkelijkheid enerzijds maar ook de dreiging en bewustwording van een mogelijk naïef realisme?
Bij een conceptueel gedachte-experiment schets je een “Hoe-vraag” om vervolgens gebruik te maken van de verbeelding en de vraag te beantwoorden. Punt a. Positie van de waarnemer. Het is zeer de vraag of leerlingen en leraren in staat zijn om, in-de-onderwijswereld, een objectief standpunt in te nemen over de onderwijswereld. Leraren en leerlingen en ouders zijn geworden/gesitueerd in-de-wereld, gewend aan een positie/mening over onderwijs en dus ook over onderwijs op het Udens College. Dit kan problematisch zijn als nieuwe oplossingen noodzakelijk zijn voor bestaande, reële problemen. Punt b. Illusies/fantasieën. Leraren en leerlingen beschikken over veel fantasie over hoe het onderwijs eruit ziet. Niet zelden gaan hier geen concrete waarnemingen en (onderzoeks)resultaten aan vooraf.
(Vandaar dat het thema boundary crossing op de agenda’s komt te staan van het onderwijs… vanuit nieuwe werelden (IT, filosofie, economie, technologie, etc.) kunnen nieuwe ideeën het onderwijs verrijken. En zelfs docenten kunnen naast docent zijn ook een baan buiten het onderwijs hebben. Zie ook: www.hybridedocent.nl).
Een evaluatief gedachte-experiment: Wat zou jij doen en wenselijk vinden als je jouw ideale school zou mogen oprichten en je op zoek moet gaan naar het beste onderwijs?
Hier wordt een morele vraag gesteld: Wat is het goede om te doen? Hier gaat het om mensbeelden en doelstellingen. Verschillen in mensbeelden worden zo duidelijk. Sommigen vinden dat alles doelgericht moet leiden tot een diploma, maar anderen hebben het over de persoonlijke ontwikkeling van het kind in relatie met andere kinderen en docenten. De een vindt dat leren een persoonlijk iets is en de ander stelt dat leren een sociaal proces is. Hier zijn waarom-vragen ook belangrijk om in dialoog met anderen antwoorden te vinden. Juist deze vragen over goed en fout zijn heel moeilijk te beantwoorden.
(iets is waar als het overeenkomt met de waar te nemen werkelijkheid)
(iets is waar/ kan waar zijn als het past binnen wat ik al als voor waar houd)
(iets is waar als mensen die ik kennis toedicht, stellen dat het waar is)
(iets is waar als het werkt / als het mij goed uitkomt)
Geef aan of de volgende beweringen volgens jou waar zijn en geef aan op grond van welke theorie zij in eerste instantie waar / onwaar zijn.
Bewering Waar / Onwaar Theorie
Ons huis heeft vijf slaapkamers Correspondentie
Thuis hebben wij een hond met zes poten Correspondentie
Onderwijs is goed voor de mens Coherentie/conventie
God is liefde Coherentie/conventie
10 miljoen + 10 miljoen = 20 miljoen Coherentie
Mijn vader doet zoiets niet Coherentie
K-3 is een beetje kinderachtig Coherentie
De aarde staat in het middelpunt van het heelal Correspondentie
De verschrikkelijke sneeuwman bestaat Coherentie
Mijn auto is blauw Correspondentie
Mijn moeder heeft 198 kinderen gekregen Correspondentie
Mijn auto is oranje met paarse stippen en lila strepen Correspondentie
Sporten is gezond Coherentie/conventie
Op Pluto wonen geen mensen Conventie/coherentie
Een moord plegen is strafbaar Coherentie
2 x 2 = 4 Coherentie
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk Coherentie
Mijn broek is te kort Conventie/correspondentie
Het hangt ook af van de uitleg die erbij wordt gegeven.