De oude Grieken (Plato & Aristoteles)
2a. Wat bestudeerde Socrates? In hoeverre is dit een breuk met het verleden? Wat is, denk jij, de impact van deze verandering/breuk met het verleden op de ontwikkeling van de mens?
2b. Wat is de waarde van een levensvisie waar het niet gaat om het claimen dat je iets weet?
2c. Hoe kunnen we ons, denkende aan Socrates, beschermen tegen dogmatisme? Wat is de socratische methode? Leg hierbij uit waar de “negative hypothesis elimination” voor staat.
2. Plato en Aristoteles zijn geïnspireerd en opgeleid door Socrates. Ze trekken alleen verschillende conclusies.
3a. Plato is bekend om het feit dat hij denkt of het denken. Wat wordt hiermee bedoeld?
3b. Bekijk het onderstaande filmpje over “Plato’s Grot”. Leg in eigen woorden uit hoe Plato via deze zogenaamde allegorie aan ons wil uitleggen dat de waarheid iets is waar je naar moet zoeken en dat deze waarheid boven ons ligt (zoals hij zou zeggen in de Goddelijke, abstracte wereld).
3c. Plato vertrekt vanuit de idee dat er een abstracte wiskundige (gejat van de spirituele, filosofische mysticus Pythagoras, ja die ene van de stelling van pythagoris) bestaat. Hiernaar moeten zijn op zoek. De manier hoe we dus waarheid kunnen zoeken, is niet door naar de schaduwen voor ons te kijken, maar door systematisch in ons denken op zoek te gaan naar de zuivere, wetmatige theorieën en waarheden. Wat daar ligt de Goddelijke waarheid?
(In de echte wereld liggen de imperfecte schaduwen die nooit aansluiten bij de abstracte, wiskundige perfectie die daar volgens Plato boven hangt.)
3. Aristoteles was de leerling van Plato, maar maakte een andere afslag. Aristoteles zocht ook naar het Goddelijke, maar niet in het denken zoals de idealist Plato, maar door de observeren (empirie noemen we dit… empirie betekent waarnemen). In het onderstaande filmpje gaat een bioloog op zoek naar Aristotle’s lagoon. Een lagoon op Lesbos in Griekenland. Aristoteles wordt nu gezien als de eerste bioloog die veel van de ideeën van Charles Darwin eigenlijk al had ontdekt. De kern is dat Aristoteles feiten en waarnemen uitwerkten op alle gebieden waaronder ethiek, maar ook biologie. Hij gebruikte dus de schaduwen, de waarnemingen, om juist dichterbij de werkelijkheid te komen. Zoals op 8:25m duidelijk wordt in het bovenstaande, eerste filmpje over Plato en Aristoteles: “Where Plato saw a world of ideal shapes, Aristotle had a theory that acknowledged that we’re all kind of a hot mess.” Volgens Aristoteles zijn de dingen in de wereld door de war, maar streeft alles ernaar om naar zijn essentiële plek toe te gaan (een soort (leer)doel denken avant la lettre :)). Daarnaast hield Aristoteles van waarneming.
Bekijk de BBC-serie maar eens. Je ziet dat hoe Aristoteles feiten, waarneming, tekeningen heel nauwkeurig omschreef. Echt een empiricus avant le lettre!
3a. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen het systeem van Aristoteles en van Plato?
3b. Wat wordt er bedoeld met “kennis die voortkomt uit de waarneming”? Wat is het verschil tussen kennis die voorkomt uit de waarneming (Aristoteles) en kennis die vooraf gaat aan de waarneming (Plato)?
4. Ben jij een Platonist of een Aristoteliaan?
4a. Wat is een idealist? Wat heeft de idealist als eerste nodig om de wereld te omschrijven?
4b. Wat is een realist? Wat heeft de idealist als eerste nodig om de wereld te omschrijven?
4c. Wat is het verschil tussen het vertrouwen op wiskunde of op de waarneming?
4d. Welke consequenties heeft het vertrouwen op wiskunde enerzijds en het vertrouwen in de (eigen) waarneming anderzijds voor de manier hoe je de wereld omschrijft?