Ethiek – 2.4 – vragen

Een niet onderzochte les is het niet waard gegeven te worden.

Ethiek – 2.4 – vragen

  1. Wie is de grondlegger van de deugdenethiek?
  2. Wat is een deugd?
  3. Wat wordt bedoeld met “interne doelgerichtheid”?
  4. Wat is het verschil tussen interne doelgerichtheid en bijvoorbeeld externe doelen zoals een leerdoel (waarbij een leerdoel wellicht poogt interne doelen te representeren maar daarmee nog niet samenvalt)?
  5. Filosoof en onderwijskundige Gert Biesta spreekt over opvoeding van pubers in de zin dat zij tot volledig wassendom moeten komen en daarbij samen met bijvoorbeeld leraren leren omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid. Het volledig tot wassendom komen (volwassen worden dus) is misschien wel het interne doel van de mens… Maar deze mens wordt “geprogrammeerd” van buiten (in de school, door ouders, leraren etc.). Dit noemen we soms ook wel socialisatie. Deze programmering heeft invloed op het volwassen worden. Leg uit wat ik hiermee zou kunnen bedoelen. Is het mogelijk om zodanig te programmeren dat iemand zijn of haar interne doel kan bereiken?
  6. Zijn er überhaupt interne doelen? Wat denk jij?
  7. Wat is de impact van programmering op het bereiken van een of het interne doel om volwassen of gelukkig te worden?
  8. Karakterdeugden gaan over het maken van doordachte keuzes, weloverwogen op zoek naar het juiste midden tussen twee uitersten. Geef hiervan voorbeelden en leg uit. Check bijvoorbeeld het volgende testje dat ik heb gemaakt voor leraren:
    http://lof2.gruijthuijzen.nl Dit testje bestaat uit 14 deugden, waarbij leraren soms moeilijke keuzes moeten maken… dus moeten zoeken naar een weloverwogen juiste midden.
  9. In hoeverre is de deugdenethiek van Aristoteles context – en praktijkgericht?
  10. Wat is het verschil tussen de deugdenethiek en het consequentialisme enerzijds en de deontologie anderzijds?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

12 − 4 =