Ethiek – 2.4 – antwoorden

Een niet onderzochte les is het niet waard gegeven te worden.

Ethiek – 2.4 – antwoorden

  1. Wie is de grondlegger van de deugdenethiek? Aristoteles
  2. Wat is een deugd? Een deugd is een
    karaktereigenschap die de mens in staat stelt om zijn taken optimaal te vervullen.
  3. Wat wordt bedoeld met “interne doelgerichtheid”? Het idee dat alles uiteindelijk een volmaakt doel in zich draagt.
  4. Wat is het verschil tussen interne doelgerichtheid en bijvoorbeeld externe doelen zoals een leerdoel (waarbij een leerdoel wellicht poogt interne doelen te representeren maar daarmee nog niet samenvalt)? Een leerdoel is in taal geformuleerd. De context, de taal, omgevingsfactoren zijn bepalend voor de richting en inhoud van het leerdoel. Een intern doel is niet zo makkelijk in een taal of in een context uit te drukken. Het heeft te maken met het idee dat alles uiteindelijk terecht komt waar het terecht moet komen (in een ideale situatie). Maar wat dat precies is, blijft veelal onduidelijk.
  5. Filosoof en onderwijskundige Gert Biesta spreekt over opvoeding van pubers in de zin dat zij tot volledig wassendom moeten komen en daarbij samen met bijvoorbeeld leraren leren omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid. Het volledig tot wassendom komen (volwassen worden dus) is misschien wel het interne doel van de mens… Maar deze mens wordt “geprogrammeerd” van buiten (in de school, door ouders, leraren etc.). Dit noemen we soms ook wel socialisatie. Deze programmering heeft invloed op het volwassen worden. Leg uit wat ik hiermee zou kunnen bedoelen. Is het mogelijk om zodanig te programmeren dat iemand zijn of haar interne doel kan bereiken? Een van de filosofische thema’s is vrijheid. De mens streeft (intern doel) naar vrijheid en met vrijheid volgt ook verantwoordelijkheid. Onderwijs zou een middel kunnen zijn om leerlingen te leren omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid. Maar hoe leer je iemand omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid zonder dit leren te beperken en op een bepaalde manier te programmeren.
  6. Zijn er überhaupt interne doelen? Wat denk jij? Eigen mening
  7. Wat is de impact van programmering op het bereiken van een of het interne doel om volwassen of gelukkig te worden? Zijn mensen in staat een programmering zodanig vorm te geven dat de ander niet wordt beperkt maar juist bevrijd?
  8. Karakterdeugden gaan over het maken van doordachte keuzes, weloverwogen op zoek naar het juiste midden tussen twee uitersten. Geef hiervan voorbeelden en leg uit. Check bijvoorbeeld het volgende testje dat ik heb gemaakt voor leraren: 
    http://lof2.gruijthuijzen.nl Dit testje bestaat uit 14 deugden, waarbij leraren soms moeilijke keuzes moeten maken… dus moeten zoeken naar een weloverwogen juiste midden.
  9. In hoeverre is de deugdenethiek van Aristoteles context – en praktijkgericht? In verschillende contexten kunnen verschillende afwegingen worden gemaakt. Hierdoor wordt het moeilijk om een universele regel/wet op te stellen, omdat deze regels in verschillende contexten tot ander handelen kan leiden.
  10. Wat is het verschil tussen de deugdenethiek en het consequentialisme enerzijds en de deontologie anderzijds? Deugdenethiek redeneert vanuit een bepaalde context, terwijl consequentialisme gaat over zoveel mogelijk geluk voor iedereen (dus ook buiten de context). Deugdenethiek kan verschillen per situatie, terwijl consequentialisten/Kantianen juist stellen dat je zodanig moet handelen dat iedereen (in alle andere contexten) ook zou moeten handelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

zes − 1 =