Filosofie (6) – antw.

Een niet onderzochte les is het niet waard gegeven te worden.

Filosofie (6) – antw.

  1. Leg uit wat Kant met reflectie bedoelt. Verwerk in je antwoord de begrippen verbeeldingskracht, belangeloosheid en autonomie.
    Reflectie draait om de ervaring waarbij verschillende aspecten (voor en door jezelf) in harmonie gebracht worden. Hiervoor is verbeeldingskracht noodzakelijk. Dit streven naar harmonie kan ook leiden tot de subjectieve beoordeling dat iets “moois” is. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat hierbij geen belangen een rol mogen spelen. Als je bijvoorbeeld iets mooi vindt, omdat dat belangrijk is voor je om iets te bereiken, dan is het niet mooi. Echter, het kan wel dat je iets doet wat je niet als mooi bestempeld omdat je er belang bij hebt of een ander doel voor ogen hebt. De reden waarom je het doet, kan wel mooi zijn. Je kunt dus bepaalde vervelende vakken doen, omdat je voor ogen hebt om straks jouw droom te verwezenlijken als oncoloog bijvoorbeeld. Of je kunt talloze schilderoefeningen doen om later de mooiste film te kunnen maken.
  2. Geef een voorbeeld van subjectieve algemeenheid. Wanneer ik een heel mooi liedje hoor, dan wil ik dat iedereen dit mooi vindt, dus ga ik soms mijn best doen om mensen te overtuigen.
  3. Geef een eigen voorbeeld waarbij de scheidslijn tussen enerzijds belangen en anderzijds de subjectieve ervaring van schoonheid moeilijk te leggen is.
    Wil je je diploma halen omdat je het diploma an sich mooi vindt. Niet zozeer het papiertje, maar de gedachte dat in dit diploma zoveel jaar werk zit waar je trots op bent en wat je als werk mooi vindt (ook omdat je hier samen met andere leerlingen en leraren jarenlang hebt geleefd in een school), of wil je het diploma alleen maar halen om verder te komen (belang).
  4. Leg uit hoe Schiller politiek en kunst met elkaar verbindt. Politieke keuzes werden te veel gebouwd op het idee dat mensen volledig rationele keuzes kunnen maken en dat we het land ook zo moeten opbouwen. Schiller was een romanticus die de mens zag als een dier met rationaliteit maar ook met driften/instincten. Wanneer mensen de kunst verstaan om te reflecteren op het eigen handelen, de eigen driften (stofdrift) en de structuur (vormdrift) van de samenleving, dan ontstaat er ruimte voor de levenskunst (het spel om het eigen leven vorm te geven) -> speeldrift. Zo ontstaat er een mens die voortdurend nadenkt en ideeën voor en door zichzelf in harmonie brengt, ontwikkelt en de schoonheid uit en in het leven probeert te halen en te vinden.
  5. Wat is het verschil tussen stofdrift en vormdrif en hoe kan dit verschil door de speeldrift worden overbrugd? Zie vraag 4.
  6. In hoeverre heeft de school als opdracht om aan Bildung te werken? Wat is Bildung? Eigen mening. Bildung staat voor het ontwikkelen van de gehele mens in relatie tot de buitenwereld. Het spel waarbij de mens de vorm (structuur) probeert samen te brengen (spel) met de driften (stof). Tijdens dit spel is het noodzakelijk om de leerling verschillende aspecten van de samenleving aan te bieden, zodat de leerling kan reflecteren, en daarmee een harmonie kan vormen, van de samenleving in de breedte. Dit idee staat wel op gespannen voet met diegenen die vinden dat onderwijs alleen maar als taak/functie heeft om leerlingen een diploma te laten halen. En voor dit laatste valt wellicht ook iets te zeggen, omdat er niet altijd genoeg tijd is om de volledige mens te ontwikkelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

11 − 2 =