“We got to go straight into the heart of capitalism”
Kapitalisme is: “an economic system characterized by private or corporate ownership of capital goods, by investments that are determined by private decision, and by prices, production, and the distribution of goods that are determined mainly by competition in a free market” (https://www.merriam-webster.com/dictionary/capitalism).
Kapitalisme volgt op een feodaal systeem waarin een Aristocratie de macht had en de rest horigen/slaven waren. Technologische ontwikkelingen, als gevolg van een aantal industrialisatie-golven, zorgden ervoor dat 1. veel spullen steeds sneller en goedkoper geproduceerd konden worden en 2. voor steeds meer mensen. Aangezien deze producten wel consumenten nodig hadden en de groep Aristocraten met geld te klein was, was de opkomst van een burgerij vanuit onder andere deze technologische ontwikkelingen (naast talloze geestelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen) onvermijdelijk.
Adam Smith en Karl Marx staan aan de basis van de onvermijdelijke politieke vraag daaropvolgend: wat te doen met deze productiekracht en daarmee beschikbaarheid van producten en het ontstaan van een consumerende burgerij/middenklasse en het ontstaan van een (rijke) bourgeoisie en (arm) proletariaat.
Adam Smith zag dat handelaren, de bourgeoisie, niet zelden staatsbescherming afdwongen. Dan hoefden ze niet meer te concurreren met andere handelaren uit andere landen. Dit denken leidde in een groot aantal gevallen tot (handels)oorlogen tussen landen wiens (oorlogs)productie beschermd moest worden tegen de concurrerende en vijandige productie elders. (What’s new?)
Adam Smith begreep dat de overheid de burgers moe(s)t beschermen tegen deze (potentiële oorlogs)situatie. De overheid moest handelaren niet beschermen maar laten opereren op een vrije markt met (internationale) concurrentie. Iedereen zou als gevolg van meer concurrentie, beter worden (de onzichtbare hand). De overheid moest dus minder actief optreden als een beschermer van handelsbelangen, maar als beschermer van de belangen van het volk.
Paul Sagar schrijft: “The message that Smith conveys cuts across party and ideological lines, and applies to both Left and Right. It is about a pathological attitude that politicians of all stripes are prone to. If not kept in check, this can be the source not just of disruption and inefficiency but of cruelty and suffering, when those who find themselves on the wrong side of the plan’s consequences are forced by the powerful to suffer them regardless. Smith in turn urges us to recognise that real-world politics will always be too complex for any prepackaged ideology to cope with. What we need in our politicians is careful judgment and moral maturity, something that no ideology, nor any position on the political spectrum, holds a monopoly on.” (https://aeon.co/…/we-should-look-closely-at-what-adam-smith…)
“The pathological attitude” omvat ieder overtuigd moreel gelijk: “any preconceived plan – especially one that assumes that the millions of individuals composing a society will just automatically go along with it – is potentially dangerous. This is because the ‘spirit of system’ infects politicians with a messianic moral certainty that their reforms are so necessary and justified that almost any price is worth paying to achieve them”. Adam Smith zelf zegt: “Science is the great antidote to the poison of enthusiasm and superstition” en “This is one of those cases in which the imagination is baffled by the facts”. Smith benadrukt hierbij de werkelijke armoede en dat is de armoede van de geest… een geest zoals ik het invul die niet meer twijfelt en onderzoekt. Een armoedige geest die leidt tot een pathologische attitude en wiens armoedige imagination overwelmt kan worden door de feiten. Het fundament van wetenschap en haar feiten, is de wetenschappelijke methode/empirische cyclus “coming from doubt, journeying to truth” (Franz Liszt). Een wetenschapper gaat op zoek naar the inference to the best explanation (John Locke). De beste verklaring is niet DE verklaring. Priesters, helden die prediken voor eigen parochies met “DE” verklaring (bijbel) in de hand, verkondigen “het heilige woord” dat hun parochianen oproept tot wat eerder poison of enthousiasm and superstition is genoemd. Dit zet aan tot potentiële oorlogen. Dergelijke predikanten, accepteren nauwelijks morele, individuele dwaling. Zij willen dat de staat andere concurrerende staten, maar ook particuliere ideeën en morele dwaling bestrijdt. Zoals een oude topman wiens naam ik niet mag noemen ooit eens zei: “Het ergste wat je als bedrijf kan overkomen, is dat domme mensen enthousiast gaan worden”. Bertrand Russell was iets genuanceerder: “One of the painful things about our time is that those who feel certainty are stupid, and those with any imagination and understanding are filled with doubt and indecision.” Dwaling is geheel eigen. Niemand kan de dwaling van de ander begrijpen. Dwaling vraagt ook om imagination and understanding. Dwaling roept ook op tot twijfel en besluiteloosheid. Dwaling is net als twijfel een wezenlijke, menselijke eigenschap. Dwaling heeft tijd nodig en kan niet zonder een specifieke plek. Een gezonde democratische rechtsstaat staat dwaling van individuen, zelfs politici, toe en blijft zoeken naar controle en balans zonder te stellen deze te hebben gevonden.
Marx begreep dat de vrije markt juist het volk als proletriaat uitbuit en dat kapitaal leidt tot meer kapitaal. Hierdoor wordt de marktlogica van winstmaximalisatie een machtsinstrument. Marx roept op de wereld op te pakken en te strijden deze specifiek deze logica.
Ik denk dat, in navolging van Plato’s Philosopher King (zie ook Plutarchs Seven Wise Men), behoefte is aan “careful judgment and moral maturity, something that no ideology, nor any position on the political spectrum, holds a monopoly on”.
De oude Grieken begrepen misschien wel veel beter dan nu het geval is, dat morele volwassenheid geen technische aangelegenheid is. Technisch gezien worden mensen steeds intelligenter, behalve in het westen overigens maar dat terzijde. Maar een intelligentere bevolking is daarmee nog geen moreel volwassen bevolking. Moraliteit draait om wijsheid en daarmee dieper inzicht.
Stel je een samenleving voor als schaakbord. Het schaakspel heeft duidelijke regels. Zo mag ieder stuk volgens bepaalde regels bewegen. Wijsheid volgt niet louter de techniek van de regels binnen het schaakspel. Wijsheid is minder pathologisch en dogmatisch. Een logica gebouwd op een bepaalde ideologie brengt haar eigen pathologische volgers met een armoedige verbeelding die vooral lijkt op het reproduceren van dogma’s. Slimme mensen, technocraten, kunnen op basis van deze logica snel uitrekenen welke tactische zetten op het schaakbord gezet moeten worden, maar reproduceren daarmee vooral de dogma’s en haar eigen logica.
Echter, de stukken op het schaakbord van het leven en samen leven volgen geen duidelijke logica. Dit blijkt ook wel uit de jaarlijkse voorspellingen van het CPB. Geen enkele voorspelling komt ooit uit, terwijl de logica van de CPB-methodieken wel vaak als “waarheid” worden genomen. Hier ontvouwt zich een bepaalde logica met eigen snel denkende en slimme parochianen, die op basis van een overtuigende en gedeelde ideologie, op logische wijze hun dictatoriale ideologie en morele gelijk opleggen aan anderen. Zelfs het geloof in wetenschap als een wereld die de logica van de mens en het leven gaat ontdekken/claimen, kan alleen bestaan omwille van het feit dat wetenschappers blijven twijfelen en zoeken naar de waarheid achter deze claim. Slechts armoedige geesten, veelal niet wetenschappers en wijsgeren, misbruiken en reduceren (wetenschappelijke) inzichten en ideeën tot rigide dogma’s verwerkt in beklemmende (quasi-wetenschappelijke) bijbels.
Denk hierbij aan het toppunt van de technologische “vooruitgang” in de 20ste eeuw. In een tijd van oorlog waarbij heel functioneel innovatieve technieken werden ontwikkeld waar we nu nog steeds gebruik van maken, werden veel boeken en andere inzichten op de brandstapel gegooid, miljoenen mensen gedood, cultuur en geest verarmd en twijfel onderdrukt op grond van een gedeelde nazi-logica waar veel slimme maar geestelijk en cultureel armoedige mensen niet alleen in geloofden maar voor waar aannamen. Voor veel mensen was de Nazi-ideologie geen ideologie maar echt waar! Idem geldt dit voor het communisme en nu het kapitalisme. Deze systemen zijn an sich niet slecht maar zodra ze louter nog als techniek worden toegepast, kunnen (technische-denkende) mensen (technocraten) ontstaan. Mensen ontdaan van enig gevoel voor twijfel, verbeelding, beweging en samenleving, nu en in de toekomst. Dan gaat er iets goed mis. Dit geldt tegenwoordig ook voor de strijd tussen de parochies voor en tegen het politieke klimaat. Deze parochies, gooien vanuit hun loopgraven bommen naar elkaar maar ze raken elkaar niet. Sterker nog! Deze parochies hebben elkaar nodig om de oorlog op het open veld vol weldenkende, twijfelende, wijze burgers en wetenschappers te kunnen voeren op zoek naar nog meer parochianen voor de eigen parochie met idem misleidende marketingstrategieën, memes en slogans. Hierdoor staan wijsheid, ontwikkeling, wetenschap en de twijfel onder druk. De oplossing van het klimaatprobleem is daardoor nog verder weg maar niet minder ver van huis. De herrie van bommen en granaten slaat velen midden op het slagveld zonder loopgraf murw en laat velen hopeloos en verdrietig achter, terwijl we juist aan de slag moeten met elkaar en er geen tijd te verliezen is.
Wijsheid omvat het voortdurend inzicht verkrijgen en ervaring blijven opbouwen ten aanzien van de bewegingen van de schaakstukken in het leven. Niet alleen techniek maar vooral ook inter-esse (tussen (inter) de zijnden (esse), tussen de strijdende partijen, tussen de elkaar wederkerig beïnvloedende schaakstukken) en dieper inzicht in het (afhankelijk van de logica van waaruit men vertrekt (ir)rationele) karakter van de bewegingen op het schaakbord des levens. Wat is beweging, wat doet het met mij en met ons? Wat is willen, meer willen, meer willen bewegen, meer willen consumeren en produceren, wat is de wil, wat wil ik, wat wil jij?
Is productie en consumptie altijd slecht? Nee. Is de vrije markt altijd slecht? Nee. Is kapitalisme slecht? Nee. En wat het productie- en consumptieproces “slecht” of “goed” maakt, nam ten tijden van Smith andere vormen aan dan nu. Naast deze verschillen zijn er ook overeenkomsten. Zo gaf Smith aan dat de (democratische) rechtsstaat het recht op veiligheid voor en eigendom van alle burgers per wet moet beschermen.
Een puur democratische staat bestaat niet in de wereld (Plato’s Grot). Hoogstens als idee in een abstracte, Goddelijke ideeënwereld. Maar Plato beschouwde de Aristocratie en niet de democratie als de ideale, Goddelijke staatsvorm.
Echter, iedereen die Plato’s opvatting van democratie gelijkstelt/verwart met de moderne democratische rechtsstaat, gaat voorbij aan veel moderne argumenten tegen deze gelijkstelling/verwarring. De begripsverwarring wordt helder wanneer het idee van een democratische rechtsstaat, nog onbekend ten tijden van de oude Grieken, wordt verhelderd. In een democratische rechtsstaat staat de (als zelfstandig naamwoord) “the Rule of Law” op zichzelf en regeert (als bijvoeglijk naamwoord) het volk (demos) door de richting van de Rule of Law te bepalen. De rechtsstaat heeft drie “Rules”, namelijk de de trias politica. Dit zijn de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. De Rule of Law wordt jarenlang bepaald door het volk, maar heeft dikke wortels in de grond en kan tegen een stootje. Daar waar het volk (demos) niet zelden ad-hoc en emotioneel reageert en anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen, is de Rule of Law stug en volhardend. De Rule of Law vertraagt en compenseert democratsiche processen. Fundamentele veranderingen in de Rule of Law vragen om meerdere verkiezingen en meerdere politieke besluiten en gaat daarmee niet over een dag ijs. Niet zelden bekritiseert het volk (demos) deze vertragende werking en sommigen hebben daardoor het idee dat er niet naar ze wordt geluisterd. Echter, deze vertragende werking en daarmee de factor tijd, biedt minderheden wettelijke bescherming tegen de plotselinge willekeur en daarmee de tirannie van het getal/meerderheid. Daar waar het volk niet zelden vanuit verschillende kanten schreeuwt dat het democratisch systeem niet werkt, werkt de democratische rechtsstaat juist wel. Zowel in de VS en de UK hebben respectievelijk Trump en Johnson geen vrij spel. Ze kunnen wetten uitvoeren, maar deze wetten niet eindeloos oprekken, opstellen en rechtspreken. Zo worden veel van Trumps presidentiële decreten niet zelden als onwettig beschouwd door Amerikaanse federale rechters. Boris Johnsons poging om het parlement (de wetgever) vijf weken buiten spel te zetten is ook door de rechter onwettig verklaard. De belangen en daarmee de bescherming van minderheden, zoals asielzoekers in de VS en de grote minderheid van Remainers in de UK (mensen die niet uit de EU willen) kan niet zonder meer door de uitvoerende macht ((Minister-)President) aan de kant worden gezet. Geen enkele macht, wetgevende, rechtsprekende of uitvoerende, heeft de alleenheerschappij over de andere twee machten. Wanneer een specifieke macht probeert de andere te overrulen en daarmee de Rule of Law geweld aan probeert te doen, dan kan dit jaren duren. Deze jaren omvatten kostbare tijd. Gaandeweg het proces, zoals in het geval van een Brexit, verstrijkt de tijd en komen er nieuwe inzichten met andere ideeën. Op termijn kan de president zijn of haar meerderheid en daarmee zijn of haar machtspositie daardoor zelfs verliezen. Een fundamentele verandering heeft tijd nodig, juist omdat deze zo fundamenteel is. Een fundamentele verandering kan niet over een nacht ijs gaan. Het volk krijgt via de rechtsstaat noodzakelijke bedenktijd in een tijd waarin het volk wellicht ad-hoc beslissingen neemt. Ongeacht of deze beslissingen goed of slecht zijn, zijn ze altijd ad-hoc: men kruist iets aan op een stemformulier. Hierdoor worden de gevaren van keuzes op basis van emoties, technisch denken, dogmatische, wetenschappelijke uitkomsten getemd door de tijd en terug gebracht worden tot een niveau waarbij burgers tijd nemen en krijgen om met elkaar in debat te gaan over de vraag wat het goede leven is en hoe het goede leven te bereiken. Natuurlijk spelen nieuwe communicatiemiddelen en nieuwe technieken hier een nieuwe stimulerende en belemmerende rol in. Ook over deze rollen is debat noodzakelijk. Het gaat hier om nieuwe rollen die nog verder uitgedacht en begrepen moeten worden. Hiervoor is wederom tijd nodig. Wanneer deze rollen niet worden begrepen, dan kan er sprake zijn van spraakverwarring en onveiligheid, ondermijning van privacy, burgerrechten, klimaat enzovoorts.
Wanneer de vrije (arbeids)markt van vraag en aanbod, de veiligheid van burgers en minderheden aantast, dan zoekt een wijs staatsman naar een weg om de wereld veiliger te maken. In het geval van de staatszorg voor de samenleving benadrukt de best mogelijke verklaring voor toenemende onveiligheid verschillende maatschappelijke problemen op het gebied van klimaatontwikkelingen, privacy-vraagstukken, burgervrijheden- en rechten. Een wijs staatsman zorgt voor veiligheid door de productie en consumptie van klimaat-belastende producten te belemmeren en van klimaatbevorderende productie en consumptie te stimuleren. Hiervoor kunnen natuurlijk uiteenlopende technologische middelen worden ingezet. Technologie kan ook een stimulerende factor zijn in dit totale proces. Een wijs man gaat niet het fundament van rechtsstaat, trias politica, eigendomsrechten, burgerrechten en democratie aantasten door emoties af te doen als irrationeel (volgens de eigen (markt)logica) en/of technologie uit te bannen of in te zetten voor eigen gewin/het winnen van een politieke strijd. Een wijs staatsman, een Philosopher King, begrijpt emoties, creativiteit, technologie, rechten, plichten en abstracte ideeën als democratie, dictatuur, rechtsstaat, triaspolitica en samenleving als stukken op het schaakbord des levens wiens bewegingen niet altijd een bepaalde ideologie en idem (politieke en technische) logica volgen.
Een Philosopher King breekt politieke systemen niet zomaar af. Slechts cynische en nihilistische mensen willen de afbraak van alles omwille van de afbraak. Wat nodig is, is een hernieuwde definitie van veiligheid en geen nieuw en onduidelijk systeem van ondoordachte dromers en romantici. Deze nieuwe definitie van veiligheid kan door verschillende groepen mensen gedefinieerd worden. Denk hierbij aan een dictator, een Aristocratie of het volk wat bepaalt wat wel of niet veilig is. Het is zeer waarschijnlijk zo dat in alle gevallen er altijd sprake is van dictatoriale, Aristocratische en democratische invloeden in besluitvorming en daarmee dus ook in het verhelderen van een eventuele nieuwe definitie van veiligheid. Iedere samenleving herbergt elementen van een dictatuur, democratie, aristocratie, techniek, creativiteit, emotie en logica. In een democratische rechtsstaat wordt de wetgever en in veel gevallen de uitvoerende macht (Minister-President), binnen de Rule of Law (rechtsstaat) gekozen door het volk via verkiezingen. Maar deze verkiezingen omvatten maar een deel van de trias politica met checks and balances. En deze verkiezingen vinden op een bepaalde dag plaats. Er volgen nog meer checks en balances en andere dagen vol stemmingen in de toekomst. De tijd en de plek bepalen, hoe, waar en wanneer burgers met elkaar gaan zoeken naar een bijvoorbeeld nieuwe definitie van veiligheid. Kennis en technologie zijn handige tools om deze gesprekken input te geven, maar kunnen ook in de weg gaan staan. Denk hierbij aan dogmatische kennis die aanzet tot haat en verdeling in plaats van een gedeeld debat over gedeelde morele waarden. Kennis en technologie kunnen samenleving maken en breken.
Een democratische rechtsstaat kan, en mijns inziens mag, daarmee nooit vervangen worden door louter pure democratie, dictatuur, technocratie, meritocratie, sciëntisme, populisme en religie, enzovoorts. Een democratische rechtsstaat vertrekt op basis van vertrouwen in de goedheid van alle mensen die als gelijken onder gelijkenen, zichzelf net zo lief hebben als de ander (waarbij natuurlijk de vraag opkomt, wie valt onder de categorie van de ander… kunnen dat ook (bepaalde) diersoorten zijn?)
Het alternatief lijkt mij een paradigma-shift als gevolg van de opvatting dat alleen via strijd en macht de slechtheid van mensen bestreden kan worden. Veel strijders voor het goede veroorzaken daarmee precies het tegenovergestelde doel. Zij omarmen de slechtheid in de mens en daarmee de strijd. Het machtsdenken overwint. Deze masculine lompheid of in nobelere termen eervolle grondhouding kan doorgetrokken worden naar het neoliberale denken uit de jaren 80. Een denken dat vertrekt vanuit een Sociaal-Darwinistisch perspectief. De survival of the fittest is een strijd tussen mensen in het sociale domein en de sterksten overleven en dit is goed voor iedereen. De zorg voor de huishouding (oikonomis / economie), met een traditioneel meer feministisch karakter wat vertrekt vanuit de zorg en liefde voor elkaar, verliest niet alleen deze masculine strijd maar geeft ook de mogelijkheid op om in openheid elkaar te kunnen leren begrijpen en samen tot nieuwe ideeën te kunnen komen
Thomas Kuhn, de grondlegger van het concept Paradigma-shift, gaf aan dat shifts voortkomen uit strijdende waarheidssystemen. Systemen die niet zorgen voor elkaar, maar voor zichzelf ten koste van de ander. Denk hierbij aan de strijd tussen klimaat-ontkenners en tegenstanders van klimaat-ontkenners. Twee systemen die ten koste van het grote middenveld, daar waar de oorverdovende bommen vallen, elkaar gebruiken om te kunnen blijven bestaan. De Spartanen hadden oorlog nodig. Zonder oorlog gingen ze met elkaar op de vuist. De Spartanen reduceerden de zorg voor elkaar tot een zorg voor het gezonde, strijdende lichaam dat eervol ten strijde moet gaan. De Spartanen waren steevast de grote winnaars tijdens de Olympische Spelen. De Spartanen, en veel strijdvaardige mensen, hadden niet zelden respect en waardering voor hun tegenstanders. Ze hadden elkaar namelijk nodig. Zonder een tegenstander was er immers geen strijd. (Dit is ook de kern van de boodschap om de andere wang toe te keren wanneer iemand je slaat). Een strijder weet hier geen raad mee. Hier volgt een fundamenteel probleem in het hart van de logica van de vrije markt en het kapitalisme dat vertrekt vanuit de Sociaal-Darwinistische positie dat de sterkste in de sociale groep vanuit eigenbelang de anderen moet overwinnen. De logica van de vrije markt weet niet om te gaan met de bredere opvatting waarbij de zorg voor het samen leven centraal staat. Een zorg voor de samenleving wordt door iedereen opgepakt ongeacht de technologische vooruitgang, koopkrachtcijfers en het zogenaamde morele gelijk van welke strijdende parochies dan ook.
Terug naar Kuhn. Kuhn stelt dat het winnende waarheidssysteem, afhangt van politieke machtsprocessen en strijd. Het winnende waarheidssysteem volgt niet uit een wijze en wetenschappelijke overwegingen op basis van twijfel.
Wanneer strijdende ideologieën op oorlogspad gaan en bommen gooien op het open veld, is het maar zeer de vraag of het goede zal overwinnen. Wat wel duidelijk is, is dat oorlogen over het algemeen slecht uitpakken voor vrouwen en kinderen, klimaat en moraal, waardoor de zorg voor elkaar nog meer in het gedrag komt en mogelijkerwijs de grote meerderheid letterlijk en figuurlijk dood wordt geslagen. Uit een dergelijke oorlogstaat kan de meest apathische, ernstige, destructieve en banale mens naar boven. Een banaliteit van het kwaad vol parochianen, volgers en alles-ontkenners:
“Arendt dubbed these collective characteristics of Eichmann ‘the banality of evil’: he was not inherently evil, but merely shallow and clueless, a ‘joiner’, in the words of one contemporary interpreter of Arendt’s thesis: he was a man who drifted into the Nazi Party, in search of purpose and direction, not out of deep ideological belief.” (https://aeon.co/ideas/what-did-hannah-arendt-really-mean-by-the-banality-of-evil)
Dit is een ontwikkeling waar ik niet naar uitkijk. Maar de vraag blijft of en in hoeverre we het hart van kapitalisme kunnen en moeten afbreken.