Waarom loopt de scepticus het risico door te schieten?
Waar staat het “werkelijkheidsprobleem” voor?
Leg het begrip “metafysisch scepticisme” uit.
Bestaat er iets buiten ons?
Wat is het verschil tussen epistemologisch scepticisme en conceptueel scepticisme? (Verwerk in je antwoord “the problem of other minds” en het communicatieprobleem)
Herhaal de uitspraak van Gorgias van Leontini en leg uit hoe de drie verschillende soorten scepticisme door Gorgias in een uitspraak worden samengevat.