Scepticisme – par. 2.6 + 2.7 – vragen

Een niet onderzochte les is het niet waard gegeven te worden.

Scepticisme – par. 2.6 + 2.7 – vragen

  1. Wat is volgens John Stuart Mill het verschil tussen noumena en fenomenen?
  2. Wat wordt er verstaan onder Mills fenomenalisme?
  3. In hoeverre verschilt Mills fenomenalisme met Berkeley’s idealisme?
  4. Wat is het verschil tussen een object en een fenomeen?
  5. Wat bedoelt Bertrand Russell met het onmiddellijk vertrouwd zijn met “sense-data”?
  6. Welke argumentatie zich achter Russells idee dat de mens nooit onmiddellijk vertrouwd kan zijn met een materieel object? (Wat is het verschil tussen het waarnemen van een materiaal object enerzijds en sense-data anderzijds?
  7. Wat is het verschil tussen eliminativisme en projectivisme?
  8. Leg uit wat het begrip metamerisme inhoudt aan de hand van een eigen praktijkvoorbeeld?
  9. In hoeverre spelen disposities een rol in het beoordelen welke kleur een bepaald object “heeft”?

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

zeventien − 13 =