Stappenplan formuleren antwoord – Filosofie

Een niet onderzochte les is het niet waard gegeven te worden.

Stappenplan formuleren antwoord – Filosofie

Stap 1. Bestudeer de vraag

  1. Bekijk hoeveel punten je kunt verdienen met de vraag. Dit geeft vaak aan hoe moeilijk de vraag is en hoeveel tijd je eraan moet besteden.
  2. Onderstreep in de vraag wat er van je wordt verwacht. Controleer hoeveel onderdelen je antwoord nodig heeft. Zorg ervoor dat je antwoord deze onderdelen bevat.

Stap 2. Verken je voorkennis

Bedenk wat je al weet over de filosoof of het filosofische thema waar de vraag over gaat. Markeer belangrijke begrippen, ideeën, betekenisvolle zinnen uit de tekst.

Stap 3: Wat voor vraag is het?
Waarom -> Leg uit wat jij belangrijk vindt (Ik vind X belangrijk, omdat ik vind dat mensen moeten kunnen streven naar geluk).
Waardoor -> Leg een verband uit -> Als X dan Y (Als alles in de wereld bepaald is, dan zijn mensen niet vrij).  

Hoe -> Leg uit op wat voor manier iets in elkaar zit en/of werkt (Macht speelt altijd tussen mensen. Daar waar mensen met elkaar van doen hebben, zullen ze proberen de beste te zijn ten koste van de ander).  

In hoeverre -> Leg uit op wat voor manier iets in elkaar KAN zitten (de mogelijkheid) en wanneer deze mogelijkheid niet wordt gerealiseerd en hoe dit komt. (Macht speelt tussen mensen, maar alleen op die momenten dat er geen liefde meer bestaat).

Wat -> Definieer en omschrijf een betekenis van een begrip of theorie. (Filosofie betekent letterlijk liefde voor wijsheid en gaat over het streven naar kennis en wijsheid

Stap 4. Vorm een antwoord in je gedachten

Probeer een antwoord in je gedachten te vormen. Houd goed rekening met de onderstreepte en gemarkeerde onderdelen.

Stap 4. Schrijf je antwoord uit

  1. Herhaal een stuk van de vraag.
  2. Bij een tekstvraag verwijs je altijd naar een regel uit de tekst . Je benoemt dit ook letterlijk in je antwoord.
  3. Sluit je antwoord af, waarbij je nog een keer kort antwoord geeft op de vraag.

Voorbeeldvraag:

Gebruik tekst 1.

(2p) Hoe herken je de Res Cogitans en Rex Extensa van René Descartes in de tekst. Gebruik de tekst in je antwoord.

Voorbeeld antwoord:

Ik herken de Res Cogitans uit regel 14: “Piet heeft een theorie”. En de Res Extensa:  “(…) van waaruit hij kijkt naar wat er om hem heen gebeurt in de buitenwereld”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

7 − zes =