Wijsgerige antropologie – par. 1.4 – vragen

Een niet onderzochte les is het niet waard gegeven te worden.

Wijsgerige antropologie – par. 1.4 – vragen

  1. Wat is een animal rationale volgens Aristoteles?
  2. Wat voor beeld heeft Nietzsche op de (onaffe) mens? Hoe denk jij over dit beeld van Nietzsche op de mens?
  3. Heeft Descartes een punt wanneer hij stelt dat de mens als enig wezen zich kan begeven in twee werelden (Res Cogitans en Res Extensa)?
  4. Wat is de overeenkomst tussen het mensbeeld van Plessner en Nietzsche?
  5. Wat houdt de dubbelrol van de mens in volgens Plessner? In hoeverre is de mens instinctief en/of bewust?
  6. Werk Plessners concepten centriciteit en excentriciteit uit.
  7. In het vorige hoofdstuk (1.3) kwam Nussbaum met vier stappen. Centraal stond hier het cognitieve vermogen van de mens. Emoties waren het gevolg van menselijke cognitie (denken). Het denken, de rede is een onderscheidend kenmerk van de mens en zijn of haar omgeving. De vraag is echter of andere organismen, naast de mens, ook over een dergelijk onderscheidend, evaluatie en moreel denkvermogen bezitten.
    Bekijk het onderstaande filmpje en geef antwoord op de volgende vraag: In hoeverre onderscheidt de mens zich als rationeel denkend en moreel wezen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

dertien + een =